Aanbevolen stookwijze voor houtkachel

De juiste manier om jouw kachel aan te maken is door een stapel hout van bovenaf aan te steken, ook wel de Zwitserse methode genoemd. Deze methode wordt door de brandweer aangeraden, omdat er op deze manier minder schadelijke stoffen vrijkomen. Dit is beter voor de gezondheid van jezelf en anderen, zorgt voor minder aanslag in de schoorsteen en is dankzij de volledige verbranding beter voor het milieu. Volg voor Zwitsers stoken het eenvoudige stappenplan.

Stappenplan Zwitsers (omgekeerd) stoken
Door onderstaand stappenplan te volgen, zal het vuur rustig aan gaan en vindt het de weg langzaamaan naar beneden. Uiteindelijk zal de hele stapel branden. Belangrijk is dat er niet te veel hout in de houtkachel wordt geplaatst. In dit filmpje laat de brandweer zien hoe Zwitsers stoken werkt.

• Stap 1: Open de luchttoevoer(en) van de kachel
• Stap 2: Leg als eerst de grootste blokken hout in de houtkachel (eerst in de lengte en daarna in de breedte)
• Stap 3: Daar bovenop stapel je op dezelfde manier de kleinere blokken hout
• Stap 4: Leg op de laatste blokken een of twee aanmaakblokjes
• Stap 5: Dek de stapel eventueel af met wat sprokkelhout
• Stap 6: Steek het aanmaakblokje aan

Hoe het niet moet
Een bekende manier is om een stapel hout te maken en deze van onderen aan te steken. Vaak wil het hout dan geen vlam vatten en worden er kranten of bladeren toegevoegd aan de houtkachel, wat absoluut niet de goede manier van stoken is. Hierdoor ontstaat namelijk een groot en hard brandend vuur, wat veel vieze en schadelijke rook veroorzaakt en waardoor houtblokken niet volledig verbranden. Dit is slecht voor de houtkachel en de afvoer, onder andere omdat de lak beschadigt kan raken en omdat aanslag zich ophoopt in de schoorsteen. Op termijn kan aanslag in de schoorsteen een schoorsteenbrand veroorzaken.

Wanneer het vuur brandt, laat dan al het hout uitbranden. Wanneer het hout is veranderd tot een gloeiende laag op de bodem, kan er meer hout op het vuur worden gegooid. Doe de deur van de kachel voorzichtig open, zodat je voorkomt dat er rook ontsnapt. Leg het nieuwe hout op het overgebleven smeulende hout en doe de deur weer dicht. Na een tijdje zal het nieuwe hout vlam vatten. Let wel op dat je niet te veel hout tegelijkertijd stookt. Oververhitting zorgt namelijk voor slijtage en beschadiging van het rookkanaal, dakdoorvoer en/of regenkap.

Wanneer je geen gebruik meer wilt maken van de houtkachel, kan je het vuur het beste laten uitbranden. De luchttoevoer moet open blijven totdat je het hout in de kachel niet meer ziet gloeien. Pas als het hout niet meer zichtbaar gloeit, kunnen alle luchttoevoeren worden gesloten. Het as dat is achtergebleven moet niet meteen worden opgeruimd. Het as kan namelijk nog heet zijn. Heet as kan zorgen voor beschadigingen op meubilair, brandplekken en brand in je prullenbak. As kan geruime tijd smeulen, daarom adviseren we om het as pas de volgende dag op te ruimen, voordat je de kachel weer gaat gebruiken.

Voor de aanbevolen manier van stoken heb je geen bijzondere middelen nodig, alleen stookhout, aansteker of lucifer en een aanmaakblokje. Het stoken van jouw kachel en het branden van het hout kennen drie fasen, namelijk het aanmaken, aanhouden en laten uitbranden.

Aanmaken van het vuur
De juiste manier van het aansteken van een houtkachel is de omgekeerde methode, ook wel Zwitserse methode genoemd. Hierbij steek je het vuur van bovenaf aan, in plaats van onderaf, waardoor het hout beter en vollediger verbrandt.

Aanhouden van de houtkachel
Nadat je het vuur hebt aangemaakt, kan je het hout het beste laten uitbranden en daarna nieuw hout in de kachel gooien. Let hierbij op dat je niet te veel hout toevoegt.

Laten uitbranden
Wanneer je de kachel niet meer gebruikt, moet je het vuur laten uitbranden. Wanneer de resten niet meer gloeien, kan je de luchttoevoer(en) sluiten. De volgende dag kan je het achtergebleven as bij elkaar vegen en weggooien.